Toelichting Joint Fact Finding Kabelcorridor

Onderzoek gelijktijdige aanleg

Het ministerie van EZK, Tennet, Gasunie en de regiopartijen hebben onderzocht of gelijktijdige aanleg van meerdere kabels en/of leidingen in een route voor de toekomst, tot minder schade aan de Waddenzee leidt. Dit onderzoek is uitgewerkt in de 'Joint Fact Finding kabelcorridor'. De uitkomst is dat gelijktijdige aanleg van meerdere kabels en/of leidingen technisch niet realistisch is.

Dat blijkt uit de drie hoofdvragen uit het onderzoek.

  1. Kunnen er meerdere kabels of leidingen in één sleuf via de route Eemshaven west? Met de gedachte dat er mogelijk in de toekomst nieuwe windparken op de Noordzee komen.
  2. Kunnen wij ‘werk met werk’ maken bij de aanleg van de kabel via Eemshaven west? Met de gedachte: als er toch wordt gegraven dan alles in één keer zodat ook mogelijke toekomstige leidingen ook gelijk een plek hebben.
  3. Ontstaat er ecologisch voordeel wanneer wij meerdere leidingen of kabels in één keer aanleggen via het tracé Eemshaven west? De gedachte is dat één keer door de Waddenzee ecologisch minder schadelijk is voor de Waddenzee.

In de maanden juni tot en met september 2020 zijn deze vragen uitgezocht en is een ecologische quick scan uitgevoerd. In het onderzoek zijn hiervoor een aantal beschikbare standaard aanlegtechnieken en -concepten van TenneT en Gasunie onderzocht. Hieronder zijn de antwoorden kort samengevat.

Kort samengevat het antwoord op vraag 1.

Uit de JFF blijkt dat gelijktijdige aanleg van meerdere kabels en/of leidingen technisch niet realistisch is. Zo is een werkstrook nodig van een kilometer aan weerszijden van de leiding om de ankers van de boten en pontons vast te zetten. Hierdoor is het niet mogelijk om alles tijdens de bouw dicht genoeg bij elkaar aan te leggen, dan zit men letterlijk in ‘elkaars vaarwater’. Daar komt bij dat de logistiek die nodig is voor de gelijktijdige aanleg van meerdere kabels en/ of leidingen niet is te organiseren op de locatie. Technisch is het niet mogelijk om een stalen watergasleiding direct naast een wisselstroomkabel aan te leggen omdat er een wisselwerking kan ontstaan tussen het staal en de wisselstroomkabel (inductie). Als minimale afstand dient dan een maat van 1.000 meter in acht te worden genomen.

Kort samengevat de antwoorden op vraag 2.

Momenteel is niet bekend wat voor soort kabels of leidingen er nodig zijn in de toekomst (waterstofleidingen of, elektrische kabels voor gelijkstroom). Ook is niet bekend wat de toekomstige ontwikkelingen zijn op de Noordzee. Wat wel duidelijk is geworden, is dat binnen een zone van 2400 meter diverse verbindingen aangelegd kunnen worden.

Boren van een kabel onder de Waddenzee door is niet mogelijk. Eén kabel door de Waddenzee is zo lang dat het uit meerdere elementen bestaat. Deze stukken kabel worden met moffen aan elkaar gekoppeld. Een boring moet in één keer gebeuren, daarom is het technisch niet mogelijk om dit in één keer onder de Waddenzee door te boren. Ook de aanleg van een tunnel onder het Wad voor kabels en leidingen is besproken maar vanwege de zeer hoge kosten niet reëel geacht.

Op basis van de huidige stand der techniek wordt bij de aanleg van een gelijkstroomkabelgebruik gemaakt van een drijvend ponton met een breedte van circa 125 meter aan kettingen (ankers) van circa 1 kilometer. Om een dergelijk ponton drijvend te krijgen moeten de zandplaten onder dit ponton voldoende diep worden weggebaggerd om dit ponton te kunnen verplaatsen. Dit baggeren leidt tot ecologisch vertroebeling en verstoring. Het verkrijgen van een natuurontheffing zal daardoor complex zijn. Andere standaardtechnieken die op grote schaal in Nederland worden toegepast zijn nog niet voorhanden. 

Er zijn een beperkt aantal partijen die mee kunnen doen in een aanbesteding van werk van deze omvang. Gelijktijdig alles aan besteden is niet mogelijk, omdat daarvoor te weinig materieel en gekwalificeerd personeel beschikbaar is.

Kort samengevat het antwoord op vraag 3

Uit de uitgevoerde ecologische quick scan blijkt dat bij een opeenvolgende aanleg er zoveel verstoring is, dat de habitat en soorten niet (goed) kunnen herstellen. Het gelijktijdig aanleggen levert ecologisch voordelen op, maar is technisch niet mogelijk (zie antwoord vraag 1).

Conclusie

Op alle vragen is het antwoord ‘nee’. Toch biedt het onderzoek aanknopingspunten. Het ministerie, TenneT, Gasunie en de regiopartijen gaan door met het onderzoek naar technologische innovatie en willen in de uitwerking van de geplande hoogspanningsverbinding voor Ten noorden van de Waddeneilanden rekening houden met toekomstige verbindingen.

De partijen bieden de uitkomsten van het Joint Fact Finding aan de minister aan. De minister neemt het besluit over het voorkeurstracé waar ‘Net op Zee Ten noorden van de Waddeneilanden’ gaat aansluiten op land. Samen met het rijk werken we aan een uitwerking en het goed bestuurlijk regelen hiervan.

Voor meer informatie verwijzen wij naar de website van TenneT voor het project Net op zee, Ten noorden van de Waddeneilanden. Hier is het onderzoek Joint Fact Finding kabelcorridor te vinden.